Vermoeidheid, energiegebrek en de benodigde hersteltijd na inspanningen zijn veelvuldig onderwerp van gesprek tijdens de medische beoordeling door een verzekeringsarts in het kader van een Eerstejaars Ziektewetbeoordeling of WIA-aanvraag. Omdat ik hier vaak vragen over krijg leg ik een en ander uit in deze blog.
Duurbelastbaarheid
De mogelijkheid om te werken wordt mede bepaald door de duurbelastbaarheid. Oftewel: hoe lang ben je belastbaar. Een verzekeringsarts is verplicht om de claim om niet tenminste acht uur per dag te kunnen werken te beoordelen. Hierbij maakt het niet uit of dit betrekking heeft op het ‘eigen werk’ (het werk dat je als laatste deed) of werken in het algemeen. De duurbelastbaarheid wordt per dag bepaald omdat het bioritme van inspanning, herstel en slaap een 24-uurs ritme kent. Tot 2015 werd de duurbelastbaarheid per week bepaald.
Kun je volgens de verzekeringsarts niet acht uur per dag werken maar maximaal 6 en bijvoorbeeld maximaal 24 uur per week? Dan krijg je te maken met een urenbeperking, ook wel medische urenbeperking genoemd (MUB). Om te beoordelen of er sprake moet zijn van een urenbeperking volgen verzekeringsartsen de standaard Duurbelastbaarheid in Arbeid uit 2015. Hierin staan drie criteria die bepalend zijn voor het aannemen van een urenbeperking. De hoofdregel is dat de duurbelastbaarheid in stappen van gemiddeld twee uur per dag wordt vastgesteld. Hier mag in specifieke gevallen van worden afgeweken.
De drie criteria die het uitgangspunt vormen voor een urenbeperking zijn:
- Stoornis in de energiehuishouding
- Als gevolg van bijvoorbeeld een traag of te snel werkende schildklier, kanker, een longfunctiestoornis (COPD), burn-out, angst- of slaapstoornis.
- Preventieve arbeidsduurbeperking
- Bij een bipolaire stoornis, bij het optreden van psychoses, na een hartinfarct/bij hartfalen of bij beperkt ziektebesef (bijv. als gevolg van een verstandelijke beperking).
- Verminderde beschikbaarheid
- Als gevolg van bijv. therapie, reistijd of een intensieve (dag)behandeling.
Vermoeidheid en energiegebrek
Veelvoorkomende klachten waar verzekeringsartsen mee te maken krijgen zijn (aanhoudende) vermoeidheid en energiegebrek. Een verzekeringsarts zal vast moeten stellen of de vermoeidheid en/of energiegebrek het rechtstreekse gevolg is of zijn van ziekte of gebrek (of letsel) waardoor er sprake kan zijn van een stoornis in de energiehuishouding. Vermoeidheid en energiegebrek die het gevolg zijn van een passieve levensstijl of een slechte conditie vallen verzekeringsgeneeskundig onder niet-medische deconditionering. Dit zien verzekeringsartsen dus niet als een stoornis in de energiehuishouding als gevolg van ziekte of gebrek en is dan ook geen reden voor een urenbeperking. De gedachte is immers dat je de belastbaarheid (conditie) kunt verbeteren door beweging, sport of een actieve(re) leefstijl. Vermoeidheid die het gevolg is van een verstoord slaap-waakritme omdat je geen goede slaaphygiëne (te laat naar bed gaan en te laat opstaan) aanhoudt is ook geen reden om een urenbeperking aan te nemen.

Verminderde beschikbaarheid
Verzekeringsartsen kunnen ook een urenbeperking aannemen als iemand verminderd beschikbaar is. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als iemand wordt opgenomen in een instelling of (intensieve) dagtherapie of behandeling ondergaat en hersteltijd nodig heeft. Het moet dan wel gaan om een erkende medische behandeling. De verzekeringsarts stelt in dit geval vast hoeveel uur per week iemand vanwege een noodzakelijke behandeling niet in staat is arbeid te verrichten. Het aantal niet beschikbare uren is bepalend voor het aantal uren dat deze persoon niet kan werken.
Stel dat je bijvoorbeeld twee a twee keer per week een ochtend intensieve therapie hebt en hier de rest van de dag van moet herstellen (verzekeringsartsen noemen dit recupereren). In dit soort omstandigheden kan een verzekeringsarts een urenbeperking aannemen.
Arbeidsdeskundige
Heeft de verzekeringsarts bepaald dat er een urenbeperking wordt toegepast? Dan weegt de arbeidsdeskundige haar mee in het proces dat we de functieduiding noemen. Een urenbeperking heeft uiteindelijk invloed op het arbeidsongeschiktheidspercentage en dus ook op de beslissing of een uitkering wordt toegekend of wordt voortgezet.
Voorbeeld
Jolanda is bijna twee jaar arbeidsongeschikt als ze een uitnodiging krijgt voor de WIA-beoordeling. Gedurende haar arbeidsongeschiktheid is ze fors meer en ongezonder gaan eten en meer gaan roken. Ze heeft al jaren niet meer gesport en beweegt veel te weinig. Haar conditie is zo slecht dat ze na een wandeling van 40 minuten een halve dag moet herstellen. De verzekeringsarts neemt tijdens de WIA-beoordeling geen urenbeperking aan. De arts stelt dat ze is gedeconditioneerd maar dat er geen sprake is van een medische oorzaak voor het energiegebrek. Ze krijgt het advies om meer te gaan bewegen en/of te gaan sporten zodat ze haar belastbaarheid en conditie vergroot. Bij de arbeidsdeskundige beoordeling wordt er geen rekening gehouden met haar slechte conditie. Ze is acht uur per dag belastbaar voor werk.
Bezwaar maken zinvol?
Met regelmaat vragen mensen mij of het zinvol is om bezwaar te maken tegen de beslissing van UWV wanneer er in hun ogen onterecht geen urenbeperking is aangenomen. Ik reageer daar in veel gevallen afwijzend op. De reden hiervoor is dat mensen hun bezwaar meestal niet kunnen onderbouwen waardoor UWV niet snel tot een ander oordeel gaat komen. Heel soms zijn er uitzonderingen, bijvoorbeeld als de verzekeringsarts te kort door de bocht is gegaan of medische omstandigheden onvoldoende zorgvuldig heeft uitgevraagd of onderzocht. Over het algemeen geldt: zorg ervoor dat je actief blijft en werkt aan je conditie.
Tot slot: een urenbeperking kan maar hoeft niet definitief te zijn. In de meeste gevallen is er sprake van een tijdelijke urenbeperking. Bij een herbeoordeling kan het zijn dat een verzekeringsarts geen reden meer ziet om een urenbeperking aan te nemen waardoor deze kan komen te vervallen. Ook kan het zijn dat de urenbeperking wordt verlaagd, bijvoorbeeld van 50 naar 25 procent. Dit kan gevolgen hebben voor het arbeidsongeschiktheidspercentage en mogelijk ook voor je uitkering.